Armenië, een land in de Zuidelijke Kaukasus, een voormalige republiek van de Sovjet Unie, het restant van wat eens een rijk was dat zich uitstrekte van de Kaspische Zee tot de Middellandse Zee en de oudste christelijke staat ter wereld. Geografisch hoort het bij Azië maar historisch en cultureel noemt het zich met rede een Europees land. We waren er al eens kort op bezoek in 2010 als deel van een drielanden trip en wat we toen op korte tijd zagen deed ons besluiten om er nog eens terug te keren. De teerling was rap geworpen toen Jan Van Maele ons vertelde dat hij, met de zegen van AdA, er 2 reizen naar organiseerde. We hebben afspraak in het station van Brussel Zuid voor een gecombineerde trein/vliegtuig reis met Air France naar Yerevan, de hoofdstad. We arriveren er bij valavond, het is er Moskou tijd, 2 uur later dan bij ons, 27° en we worden opgewacht door de lokale gids Garegin die zich een beetje haperend in het Engels uitdrukt en onze chauffeur, Spartacus een sympathieke vent die vloeiend Armeens spreekt maar zich met handen en voeten verstaanbaar maakt.
We beginnen met een bezoek aan de
Erebuni Citadel, gebouwd in de 8e eeuw v.C door de Urartische koning Argishti I op de heuvel Arin Berd die daarmee de grondlegger was, van wat uitgroeide tot de stad Yerevan.
Betere plek is nauwelijks denkbaar voor een leerrijke en gepassioneerde
geschiedenisles door Jan met een kaart van de ganse regio, dan op de restanten van de wallen en met het panorama over de stad.
Armenië en de Armeniërs, door hun strategische ligging tussen Oost en West, kregen in hun geschiedenis heel wat legerbendes van diverse origine over de vloer. Assyriërs, Romeinen, Byzantijnen, Perzen, Arabieren, Mongolen, Turken, Russen maar de grootste tragedie overkwam hen toen de laatste Ottomaanse Sultan Abdülhamid II het
Hamidiye corps in het leven riep, gemodelleerd op de Russische Kozakken en vooral bestaande uit Koerden en Turkmenen, die begonnen met wat uiteindelijk uitmondde in 1915 in de Armeense Genocide. Weerbare mannen en jongens werden vermoord, vrouwen, kinderen en ouderlingen werden de Syrische woestijn ingejaagd waar ze omkwamen door ontbering.
Op een heuvel staat het
Tsitsernakaberd of het Armeense Genocide Memoriaal. Een
44m hoge stele symboliseert de wedergeboorte van de Armeense Natie
12 schuine tabletten staan voor de 12 provinciën die verloren gingen in Turkije met in het midden de
eeuwige vlam voor de 1.5 miljoen Armeense slachtoffers. Het museum met veel
fotomateriaal verlaat je met een beklijvend gevoel, de eerste genocide van de 20e eeuw werkt blijkbaar nog altijd inspirerend op latere generaties.
We lunchen buiten de stad in wat Jan
”een boerenhof met flair”" noemt, onder de bomen met
verse vis.
Dan naar het klooster van Geghard of
Geghardavank. Prachtige site en Unesco Werelderfgoed. Omringd door hoge rotsen die deel uitmaken van de
Azat Canyon. Sommige gebouwen zijn uitgehakt uit de
rotsen en er staan een aantal kunstig bewerkte
khatchkars, Armeense stenen kruisen. Het is zondag en het is er een gezellige drukte van Armeniërs die genieten van het weekend en een dagje uit of naar hier komen voor een doop. Geghardavank betekent ”Klooster van de Speer”, verwijzend naar de speer die Jezus verwondde aan het kruis en hier belandde door toedoen van de apostel Judas Thaddeus, vooral niet verwarren met zijn beruchte collega Judas Iskariot.
Niet ver hiervandaan ligt het dorpje Garni met de
Garni Tempel. Gebouwd door koning Tiridates I van Armenië in de 1ste eeuw AD met de centen van de Romeinse Keizer Nero. De aanleiding was mogelijk de afkondiging van Armenië als Romeinse provincie. Dat de Armeniërs er stiekem de Perzische god Mithra vereerden was wellicht hun manier om een middenvinger naar Rome op te steken. Timoer Lenk bezocht het in 1386 en wat hij liet recht staan donderde in mekaar bij een aardbeving in 1679. Het werd gerestaureerd tussen 1969-1975 en vandaag staat het te pronken aan de rand van, en met een geweldig zicht op, de
Garni Kloof. Fotogeniek niet alleen voor ons maar ook voor nieuwbakken
bruidjes.
Langs een steile, smalle, hobbelige grintweg langsheen het dorpje Garni rijden we naar beneden in de kloof. Moeder Natuur en de Goght rivier hebben hier een reeks vulkanische kunstwerkjes gerealiseerd, de rotswanden van de kloof zijn bezaaid met gestileerde
basalt zuilen. De omschrijving ”Symphony of the Stones” is er niet ver naast.
Terug naar Yerevan voor ons diner in een restaurant in de stad en nog wat verpozen en genieten, samen met een score Armeniërs op het Republic Square, aan de
Zingende Fonteinen en dan wandelen we naar ons hotel.
We hebben afspraak met
Moeder Armenia, een 23m hoog standbeeld in het Haghtanak Park of het Park van de Overwinning. Oorspronkelijk stond hier het standbeeld van Stalin en was het een Memoriaal van WOII maar in 1962 werd dat neergehaald waarbij 2 soldaten omkwamen en dat ontlokte toen het cynische commentaar dat Stalin zelfs dodelijk was van uit het graf. Van op de heuvel kijkt zij over Yerevan en grimmig richting Turkije. Wij bewonderen vooral het
uitzicht over de stad.
Vandaar wandelen we naar de Cascade, een
monumentale trap die naar de binnenstad leidt met fonteinen, bloemperken en kunstwerken. De bouw begon nog onder de Sovjets maar door de desintegratie en de chaos die daarop volgde gebeurde er een tijdlang niks meer tot in het begin van de jaren 2000 Gerard Cafesjian, een Armeens-Amerikaanse miljardair,kunstliefhebber en filantroop het boeltje opkocht, het renoveerde en er het Cafesjian Center for the Arts in onder bracht. Heel origineel.
Terrasjes zijn er te kust en te keur in Yerevan. Armeniërs zijn levensgenieters en maken er uitvoerig gebruik van op alle uren van de dag, dus een drankje in zo’n gezellig etablissement, dixit Jan, mag niet ontbreken in het programma.
We wandelen verder langs de opera en het
Northern Avenue project tot aan de
Republic Square waar ons busje ons opwacht.
Na de lunch, alweer in zo’n typisch
restaurant, rijden we naar de ruïne van Zvartnots, een
cirkelvormige kathedraal uit de 7e eeuw, gewijd aan Gregorius de Verlichter en een hoogstaand bouwkundig meesterwerk voor die tijd. Jammer maar helaas, het werd door een aardbeving in de 10e eeuw finaal vernietigd en niet heropgebouwd maar het staat wel op de Unesco Werelderfgoed lijst.
We stoppen aan het
kerkje van de
Heilige Hripsime. Volgens de legende rond deze heilige dame, was zij een betoverende schoonheid en behoorde zij tot een gemeenschap van christelijke maagden in Rome. Keizer Diocletianus, fervent christen vervolger, maar niet ongevoelig voor vrouwelijk schoon, maakte verwoed avances bij haar en om daaraan te ontsnappen vluchtte de ganse congregatie naar Armenië om daar dan weer opgemerkt te worden door koning Tiridates III die voor haar viel als een blok en omdat ook hij een blauwtje opliep, liet hij haar en haar kompanen maar ombrengen.
In
Echmiadzin staat de
oudste kathedraal ter wereld, de Heilige Moeder Gods kerk. Het was Gregorius de Verlichter die de eerste basilica bouwde op deze plek in 301 maar de kathedraal zoals hij er nu bijstaat dateert van 618. Er is behoorlijk bijgebouwd sindsdien en het hele complex is uitgegroeid tot het centrum van de Armeens-Apostolische kerk en de zetel van de Catholicos, het equivalent van wat de Paus is voor de katholieken.
We verlaten Yerevan richting noord. Er zijn wel wat nieuwe rijken in Armenië en dat ”rijk” niet altijd synoniem is voor ”goede smaak” bewijst de
”romeinse villa” die een van die knapen heeft neergepoot langs de baan.
We stoppen even aan de
prehistorische site van Agarak waar opgravingen nog aan de gang zijn en je moet hier je verbeelding de vrije loop laten.
In Talin staat een
kathedraal die door een aardbeving verwoest werd maar vooral een kapel met een
stele waarop koning Tiridates III afgebeeld staat met een varkenskop. Volgens de legende zou hij die gekregen hebben als straf voor zijn aandeel in de dood van de H. Hripsime. De koning had ondertussen ook Gregorius de Verlichter in een vergeetput gekieperd toen bleek dat hij christen was maar die werd stiekem in leven gehouden door een barmhartige vrouw die hem iedere dag een brood bracht. De dochter van de koning had een droom waarin ze zag dat Gregorius na 13 jaar nog in leven was. Hij werd levend uit de put bevrijd, genas op miraculeuze wijze de koning van z’n varkenskop en uit dankbaarheid promoveerde die het christendom op slag tot staatsgodsdienst en Gregorius tot eerste Catholicos.
In Dashtadem bezoeken we de restanten van een
ommuurde kloostervesting waar een groep Franse
archeologen tijdens hun zomervakantie helpen bij opgravingen.
Jan laat zijn charmes werken bij de
dame des huizes van een motel langs de hoofdweg en we krijgen er een plas- en koffiestop.
In het dorpje Harich ligt het 7e eeuws klooster
Harichavank knap gelegen aan de rand van een
diepe canyon en met een kleine kapel dat gevaarlijk over de rand hangt. Hier was ooit de zomerresidentie van de Catholicos van Echmiadzin en ze hebben hier terug grootse plannen, want het vroegere, verlaten seminarie wordt grondig vernieuwd.
We lunchen met verse vis in een
fish farm, rijden verder richting Gyumri en stoppen aan de resten van het
kloostercomplex van Marmashen. Drie kerkjes staan er te midden van een fraai landschap aan de oever van de
Akhuryan rivier. Ze wisten echt wel waar ze hun kerkjes en kloosters moesten inplanten.
Gyumri, tweede stad van Armenië werd gedeeltelijk vernield bij de 1988 Spitak aardbeving. Meer dan 20 jaar later zijn de
gevolgen nog altijd zichtbaar maar wij logeren in een comfortabel, spiksplinternieuw
hotelletje.
Het stadje Spitak heeft een weinig benijdenswaardige bekendheid gekregen toen het vlak in het epicentrum lag van de aardbeving op 7 december 1988 met een vernietigende kracht van 7.2. Het stadje werd finaal weggeveegd en 4000 inwoners overleefden het niet. Op het immense
kerkhof liggen complete
families bij mekaar en er werd in allerijl een
noodkerkje opgetrokken in metaal plaat dat er nog steeds staat. Het gebeurde nog in de Sovjet era en het was voor het eerst sedert WOII dat de Sovjets, toen onder leiding van Gorbachev, officieel buitenlandse hulp vroegen en toelieten.
Met het Sovjet tijdperk en de communisten wordt hier niet hoog opgelopen. In Stépanavan bezoeken we het museum van
Stépan Shahumian, een Armeniër die het op zich nam om de Revolutie in de Kaukasus te propageren maar hij werd door anti-Bolshevik strijders gevangen genomen en geëxecuteerd in Bakoe in 1918. Het museum dat hij naderhand kreeg staat er een beetje verweesd bij. Het is helemaal rond het
huisje opgetrokken waar hij een tijd in woonde, bewaard als een poppenhuis in een grote doos, en van zijn
borstbeeld is zijn neus afgehakt.
Lunch is in de
binnentuin van een artistieke bouwvakker die zich zo verzekerd van een beetje extra inkomsten. Lekker, gezellig,
overvloedig en de wodka wordt met gulle hand geschonken.
De ruïne van de
Lori Berd Citadel ligt aan de kloof van de Dzoraget rivier en de Urut rivier. Veel rest er niet van nadat de Mongolen er in 1238 huishielden maar vooral de omgeving en de
vergezichten zijn spectaculair.
Vandaag logeren we in stijl in een van de
Tufenkian Heritage Hotels van James Tufenkian, een Amerikaanse Armeniër zakenman/filantroop die z’n fortuin maakte met tapijten.
We hebben een paar bezoeken aan kloosters op het programma staan vandaag en we beginnen met
Sanahin, letterlijk vertaald als ”deze is ouder dan die” daarbij mogelijk verwijzend naar dat andere klooster Haghpat dat we later op de dag bezoeken. Allebei staan ze op de Unesco Werelderfgoed en allebei werden ze gesticht ergens in de 10e eeuw en allebei zijn het fotogenieke pareltjes.
In Sanahin ligt ook het Mikoyan museum, een ode aan de gebroeders Mikoyan
Anastas en
Artyom. Ananstas overleefde 60 jaar in het politbureau en zelfs Stalin, daarvoor alleen al verdiend de man een museum. Zijn broer Artyom stond aan de wieg van de MiG jets samen met Mikhail Gurevich, vandaar de samenvoeging van Mikoyan en Gurevich tot MiG. Een model van een
MiG-15 staat er onder een afdak en de
dame die het museum openhoudt is nog een ver familielid van de beide broers en is de spreekwoordelijke waterval als ze het over haar familie heeft.
En dan
Haghpat. Goed geconserveerde gebouwen, magnifiek complex gelegen aan de
Debed Canyon in een omgeving die een natte droom is voor iedere fotograaf.
Alaverdi, een stadje in de vallei van de Debed rivier, was van oudsher belangrijk voor koperwinning en in de Sovjet tijd groeide het uit tot een belangrijk industrieel centrum voor metallurgie. Vandaag staan de vele
fabrieksgebouwen er verlaten en mistroostig bij. Aan de
middeleeuwse brug (1195) maken we een korte fotostop en dan gaan we naar de supermarkt, want in de meeste daarvan kan je niet alleen je inkopen doen maar is er ook een wisselkantoor waar toeristen kunnen ”bijtanken”.
We hebben nog een kloostertje in de aanbieding, dat van Kobayr uit de 12e eeuw. Daar moet je wat moeite voor doen want je komt er pas na een steile klim 100m hoger langs een smal bergpad. Een
pittoreske ruïne die momenteel gerestaureerd wordt met een paar goed bewaarde
fresco’s en een geweldig uitzicht over de Debed Vallei.
Het was fris vannacht, in mijn kamer, met open venster is het 16°. We zitten nog in het noorden van Armenië maar we rijden naar het zuiden richting Dilidjan door een landschap van glooiende, groene bergweiden. De luchthaven van Yerevan ligt op 950m boven de zeespiegel en dat is het laagste punt van dit land, nergens zit je hier onder de 1000m.
In deze regio zijn er enkele molokan dorpen van de starovery of de ”old believers”. Een gesloten gemeenschap van Russen die een oud orthodox geloof aankleven. We stoppen aan een van hun zeer specifieke
begraafplaatsen voor wat fotomateriaal. Ze houden zich vooral bezig met landbouw en langs de baan zitten regelmatig jonge meisjes die de
groenten uit hun moestuin verkopen. En Jan zou Jan niet zijn als hij geen bos wortelen zou kopen bij zo’n lief kind, in casu de 14-jarige
Natasha.
Dilidjan ligt in het Dilijan National Park 24.000ha groot. Ze noemen het ”Zwitserland van Armenië” en ja, de omgeving is mooi maar om het nu met Zwitserland te vergelijken is misschien toch een brug te ver. We stoppen in ”Old Dilidjan”, de
Sharambeyan straat met traditionele huisjes die met de hulp en veel dollars van James Tufenkian helemaal opgekalefaterd werden en omgebouwd tot leuke winkeltjes en restaurantjes. Een Armeense koffie (geen Turkse!!) met een wodka op een terrasje is een uitstekende combinatie.
Het
klooster van Hagartzin ligt helemaal te midden een bosrijk, heuvelachtig landschap en is gerestaureerd voor een groot deel op kosten van Dr Sheikh Sultan bin Mohammed Al-Qasimi III uit de United Arab Emirates. Hulp komt soms uit de vreemdste hoeken. In de kerk wordt er gedoopt en in de gerestaureerde refter kan er gevierd worden naderhand.
Lunch is in een
origineel kader aan de oever van een reeks vijvers en dan rijden we naar
Goshavank een klooster uit 1188 in het dorpje Gosh, genoemd naar Mkhitar Gosh, priester, geleerde, schrijver en begraven in een kleine kapel op een heuvel tegenover het klooster. We krijgen hier nog een kleine demonstratie van de akoestiek in de kerk van een
oudere dame die ons daarna meetroont naar haar piepkleine museum dat is ondergebracht in een uit de kluiten gewassen
tuinhuisje. De plaatselijke neringdoeners krijgen nog wat klandizie van ons groepje want naar verluidt zijn hun houten spatels van prima kwaliteit.
Nog een bezoek aan een enorm zilverkleurig
WOII monument uit de Sovjet tijd van een soldaat die een gewonde kameraad ondersteund omringd door grazende koeien (die horen niet bij het monument!) en dan nemen we onze intrek in ons hotel voor vanavond dat eveneens pure Sovjet nostalgie uitstraalt.
Vandaag zetten we resoluut koers naar het zuiden van Armenië en onze eerste stop is aan het Sevanmeer. 1900m boven de zeespiegel en 940km² groot, niet ver van Yerevan en dat betekent dat er tijdens het weekend nogal wat
”locals” naar hier afzakken. Van op de rots waar het Sevanavank klooster staat is het een prachtig
panorama over het reusachtige meer.
Op de begraafplaats van Noratus staan honderden
khatchkars waarvan vele dateren tussen de 10e en 17e eeuw maar de traditie wordt nog steeds voortgezet, op sommige recente graven staan echte kunstwerken en regelrechte
standbeelden.
Op weg naar Goris passeren we de
Selim pas op 2410m en daar staat een goed bewaarde
caravanserai uit 1332 die reizigers op de zijderoute onderdak verschafte en een machtig uitzicht over de pas.
We bezoeken
Tatev, een 9e eeuw klooster complex gebouwd op een plateau aan de rand van de diepe kloof van de Vorotan rivier. Schitterende ligging in een geweldig mooi
landschap. De asfaltweg gaat over in een grintweg die van het diepste punt aan de Satan’s brug zigzaggend van 1100m tot aan het klooster op 1600m gaat.
Met z’n omwalling heeft het meer weg van een versterkte vesting maar dat heeft niet belet dat het in de loop van zijn geschiedenis ettelijke keren verwoest werd maar iedere keer koppig terug opgebouwd. Het is zondag en in de kerk wordt de
mis opgedragen.
De
”Wings of Tatev” staat in het Guinness World Records te boek als de
langste cable car in de wereld, met z’n lengte van 5.7km over de Vorotan Canyon, 320m boven de grond op het diepste punt.
Terug naar Goris bezoeken we daar het kleine museum, en ge kunt u afvragen wat of wie het meeste aandacht krijgt; de
collectie of de lieftallige
jonge dame die in haar beste schoolfrans uitleg geeft bij de korte rondleiding.
Het pronkstuk is nochtans een
sculptuur met aan vijf zijden primitieve gezichten waarvan men vermoedt dat het 4000 jaar oud is en mogelijk een voorstelling is van de zon, de maan, de aarde en de hemel.
We gaan een beetje wandelen in de omgeving, en die roept herinneringen op aan het
landschap in Cappadocië met de kegelvormige rotsen in een zacht gesteente waarin holen werden uitgehakt die ooit als woning dienden.
Gezien het vroege uur en het zonnige weer brengt ons busje ons nog via een vreselijk hobbelige kwakkelweg naar een indrukwekkend
uitzicht punt en daarmee sluiten we de dag af.
We rijden terug naar Yerevan en het is warm. We stoppen eerst aan de archeologische site van Zorats Karer waar 204
basalt stenen die tot 3m hoog zijn, rechtop staan en waarvan een 70-tal een mooi
rond geboord gaatje hebben. Het zou een necropolis zijn uit het bronstijdperk, maar sommige zien er ook een astronomische functie in, en nog andere bekijken het als een Armeens Stonehenge. Stof genoeg voor discussie dus.
De thermometer gaat vlot over 30° en we vinden wat verkoeling tijdens een plas- annex koffiestop aan, en voor sommigen
in, een riviertje.
De
Noravank Canyon is uitgegraven door de Amaghu rivier en wordt gekenmerkt door hoge, loodrechte, baksteen rode kliffen. Machtig landschap. In die kloof werd in de 13e eeuw het Noravank klooster gebouwd. De adellijke familie Orbellian kwam met de nodige duiten over de brug, en ligt er ook
begraven met een gravure als van de Pink Panther. Het beeldhouwwerk van kerk en klooster is van de hand van de getalenteerde miniaturist Momik die er zelf een
graf heeft met een kleine khachkar. Een populaire plek met heel wat volk en een restaurant waar wij lunchen.
In het dorp Areni staat de
Areni Winery, en er wordt gestopt voor een bezoekje en een kortstondige proeverij want de temperatuur in het lokaal waar de wijn staat is rond de 34°. Buiten staan stalletjes met wijn in
plastiek Coca Cola flessen die bij Iraanse truckers op weg naar huis gretig afzet vinden. Misschien om daar te bewijzen hoe slecht wijn wel smaakt?
Het klooster van
Khor Virap, wil zoveel zeggen in het Armeens als ”diepe put”, en het was hier dat koning Tiridates III Gregorius de Verlichter in een vergeetput opsloot. In 642 werd er een kapel gebouwd maar de huidige gebouwen dateren uit 1662 en het is een van de meest bezochte bedevaart plaatsen van Armenië. Het is ook de plaats dicht bij de Turkse grens vanwaar men bij helder weer de Grote en de Kleine Ararat kan zien, en wij hebben geluk want van allebei is de
silhouet goed zichtbaar.
We blijven in Yerevan vandaag waar men temperaturen verwacht rond de 37°.
Het Pantheon of het
Komitas Park is de begraafplaats waar beroemde of verdienstelijke Armeniërs begraven liggen. Een van de meest bekende is wel
Aram Khachatourian met zijn compositie van de ”Sabel Dans” uit het ballet ”Gayane”.
Volgens onze locale gids zijn er in Armenië meer dan 17.000 erkende kerkjes of kloosters, niet verwonderlijk dus dat we er in Yerevan ook enkele bezoeken. Zoals de
kerk van Sint Sergius, die Romeinse officier die stiekem christen werd samen met zijn kameraad Bacchus en dat viel slecht bij hun oversten. Vandaag zijn het erkende martelaren en heiligen zowel in de Katholieke als in de Orthodoxe kerken.
De nieuwe, enorme,
kathedraal van Sint Gregorius de Verlichter is het symbool van de 1700ste verjaardag van de proclamatie van het christendom als staatsgodsdienst. Er is niet alleen de hoofdkerk maar ook een kapel voor de Koning Tiridates III en een voor zijn koningin Ashkhen die een serieuze vinger in de pap hadden bij de bekeringen.
Er is nog één
Iraanse moskee in Yerevan, en die wordt in goed ere gehouden gezien de hartelijke betrekkingen die het christelijke Armenië heeft met het streng islamitische Iran. Een beetje verrassend maar waar.
Als apotheose voor het stillen van alle cultuurhonger gaan we naar het History Museum waar op een knappe manier een uitgebreide collectie uit de prehistorie en de bronstijd staat uitgestald.
De namiddag wordt door iedereen vrij ingevuld en voor ons hoort daar een bezoek aan het postkantoor bij om de filateliehonger van Gilberte te stillen, en dan een terrasje meepikken en kijken naar al dat
”schoon volk” dat op hoge stiletto’s langs de straten paradeert.
Dineren doen we samen in een kleine kelder, een kwartet maakt muziek op traditionele instrumenten en begeleidt een zanger die voldoende decibels produceert om een staande ovatie in de Metropolitan te krijgen. De lekkernij die voorgeschoteld worden, een stoofpotje van lever en niertjes, krijgt geen ereplaats op mijn lijstje ”most favourite dishes”.
Mount Aragatz is een stratovulkaan van 4090m, 40km van Yerevan, en hoogste berg van Armenië, en daar gaan wij vandaag nog naar toe.
Maar onze eerste stop is aan een
monument voor het Armeense Alfabet. Het begon met 36 letters maar het werden er uiteindelijk 39 en die staan hier allemaal groot uitgebeeld in tufsteen. Het was de
H. Mesrop Mashots die er mee begon in 405 om de eerste Bijbelvertaling in het Armeens te maken en in 2005 vierde men de 1600ste verjaardag ervan met de bouw van dit monument.
De Yasidis zijn een zeer gesloten Kurdische gemeenschap met een heel eigen godsdienst die geen uitstaans heeft met de traditionele Islam. In Armenië zijn het voornamelijk veeboeren en in de zomer trekken ze met hun hele hebben en houden de bergen in om hun kudden te laten grazen op de bergweiden.
Jan heeft enkele flesjes reukwater meegebracht als geschenk, smoest zich voorbij de terughoudendheid van een
Yasidi vrouw en we mogen een kijkje nemen in een van de grote oude Russische
legertenten waarmee zij hier op 2750m in de bergen kamperen.
Wij rijden tot op 3180m want daar stopt de weg, aan het
Byurakan Astrophysical Observatory. Een observatorium dat heel actief was in de Sovjet tijd maar sedert die ophield te bestaan en de financiering wegviel is de activiteit op een heel laag pitje geraakt. Garegim, onze gids heeft in zijn jongere jaren op het observatorium gewerkt als wetenschapper en is duidelijk ten prooi gevallen aan de besparingen.
We hebben afspraak voor de lunch in een kleine
eetgelegenheid bij de
kasteelruïne van Amberd, een vesting uit de 7e eeuw op 2300m hoog boven de samenvloeiing van de Arkashen en de Amberd rivier. Het viel in handen van de Seldjoeken, werd heroverd door de Armeniërs maar in 1236 werd het ingenomen en vernield door de Mongolen en het bleef verlaten tot men er in de 20e eeuw restauratiewerken en opgravingen begon te doen. Het fort mag dan een ruïne zijn, de omgeving en de
panorama’s zijn dat allerminst en de
lunch van aardappelen met grote brokken forel is om duimen en vingers af te likken.
Op de terugweg naar Yerevan hebben we nog een kloosterkerkje,
Saghmosavank op de rand van de
duizelingwekkende kloof van de Kasagh rivier die ergens op Mount Aragatz ontspringt. Fantastisch uitzicht gegarandeerd.
En daarmee eindigt onze reis in Armenië, een land met een rijk gevulde maar turbulente geschiedenis, een prachtige natuur en bakken vol cultuur, een land dat het verdiend om ontdekt te worden, en aan een reis met Jan Van Maele denk je onveranderlijk terug met een glimlach.